Een man, een vrouw en een kind gaan met een boot op weg naar de overkant.
Zes zwaarden staan rechtop in de boot. De man duwt de boot met een stok voort.
Deze kaart wijst op een vertrek, waarbij alles achtergelaten wordt.
De boot vaart van woelige wateren uit naar rustige wateren.
De zes zwaarden geven echter de “geestelijke bagage” aan, die meegenomen wordt.
De veerman dient kundig te zijn, daar hij slechts één stok heeft. De zwarte stok is hier symbool voor latente mogelijkheden, alles blijft mogelijk. Daarom dient men voorzichtig te zijn. De overkant is immers nog niet bereikt.
De drie personen kun je zien als de drie-eenheid in het bewustzijn.
Het kan hier een werkelijke verandering (reis, verhuizing) betreffen ofwel een innerlijke verandering, zoals een nieuwe instelling, waarbij je evenwel het